Wendy Woltjer: generalist binnen het specialisme kinderopvang

Wat is het vastegezichtencriterium? Waarom zijn kinderwagen en hangwieg geen geschikte slaapplekken in de kinderopvang? Hoe zit het met de beroepskracht-kindratio? Waarom dragen pedagogisch medewerkers geen nagellak of kunstnagels? In de kinderopvang gelden heel andere regels dan bij onderwijsinstellingen. Om de kinderopvang bij Catent verder te professionaliseren en de samenwerking met onderwijs te stimuleren, is per 1 november Wendy Woltjer benoemd als Kwaliteitscoördinator Kinderopvang.  

Catent startte in 2019 met het aanbieden van kinderopvang. ‘In de afgelopen jaren is die tak ongelofelijk hard gegroeid’, vertelt Wendy. ‘Om de hele wet- en regelgeving omtrent het kwaliteits- en pedagogisch beleid verder vorm te geven besloot het bestuur een kwaliteitscoördinator aan te stellen. Iedereen had naar eer en geweten veel van die taken bovenop hun eigen werk gedaan, maar op een aantal zaken was nog geen eenduidig beleid. Er is coördinatie en overkoepelend beleid nodig en ik heb me met heel veel plezier op deze taak gestort.’ 

Dynamiek 

Na de pabo ben ik eerst in de uitzendbranche terecht gekomen, waar ik me als leidinggevende bezighield met onder andere het ontwikkelen van trainingen voor interne medewerkers. Vervolgens werd ik veertien jaar geleden locatiemanager van een kinderopvanglocatie, waar mijn management- en pedagogische vaardigheden mooi samen kwamen. En ik heb de kinderopvangsector nooit meer verlaten. Ik vind het een fantastische branche. Ik ben dol op kinderen en ik vind het heel belangrijk dat ze blij zijn en lekker in hun vel zitten.’ Ze houdt van de dynamiek. ‘Alles aan mijn functie is leuk: de steeds veranderende regelgeving in de gaten houden, beleid maken, partijen verbinden, de directeuren ondersteunen, de kwaliteitsbewaking op locaties bijsturen, zorgen dat de basis op orde is.’  

Kinderopvang versus onderwijs 

‘Onderwijs is wezenlijk anders dan kinderopvang’, benadrukt Wendy. ‘Er gelden heel andere regels, waarbij je verplicht bent om het RIVM en het toetsingskader van de GGD te volgen. In de klas heb je soms dertig kinderen met één leerkracht erop. In de kinderopvang kan dat helemaal niet met de beroepskracht-kindratio. De wet IKK is in 2018 in werking getreden en omvat allerlei eisen op het gebied van veiligheid, kwaliteit, ontwikkeling en gezondheid. Je moet altijd kunnen aantonen dat je volgens protocol handelt. Ook op het gebied van scholing van de medewerkers zijn er regels. Zo moeten op 1 januari 2025 alle pedagogische medewerkers een mondeling taalvaardigheidsniveau 3F hebben. Pedagogisch medewerkers die met baby’s werken moeten dan een baby-opleiding succesvol hebben afgerond. Het is ook continue zoeken naar de balans: hoe zorg je voor een gezonde bedrijfsvoering terwijl je tegelijkertijd voldoet aan de wet- en regelgeving.’  

Onderlinge samenwerking 

Het biedt grote voordelen dat Catent zowel onderwijs als kinderopvang biedt. ‘Beide branches hebben hun eigen unieke pedagogische expertise. We kunnen de krachten bundelen en de kinderen vanaf nul jaar in de visie van de school laten meegaan, we kunnen ervoor zorgen dat ze door ons pedagogisch en didactisch handelen op een zachte manier landen als ze de overstap naar school maken. Ondertussen heeft de school meteen een goed zicht op hun ontwikkeling. Om dat te bewerkstelligen is het zaak om die samenwerking in de praktijk goed in te vullen en om heldere overlegstructuren te creëren.’ Daar wordt al hard aan gewerkt. ‘De pedagogisch coach en ik zijn toegevoegd aan het expertiseteam van het onderwijs, zodat we daar ook de kruisbestuiving krijgen. En dat heeft meteen al vruchten afgeworpen: er blijkt iemand binnen dat team die de verplichte babycursus kan geven. Hoe mooi is het dat je die kennis in eigen huis hebt en kunt gebruiken! Dat zijn van die kleine mijlpaaltjes. Het is zo belangrijk om het gesprek met elkaar aan te gaan.’ 

Duidelijk en helder 

Wendy gaat niet voor de gespreide bedjes, ze houdt van bouwen. ‘En dat kan bij Catent. Je wordt gezien en gewaardeerd en in je kracht gezet binnen je eigen expertise. Mensen weten me ook steeds beter te vinden.’ Als coördinator bezoekt ze de locaties. ‘Soms zie ik dingen waarbij ik me afvraag: waarom doen we dit zo en niet anders? Ik ben niet streng, maar wel duidelijk en helder als ik refereer aan de kaders die er zijn vanuit de wet- en regelgeving, en die we zelf als organisatie bepalen. Iedereen doet alles uit liefde voor de kinderen, maar soms sluipen er gewoontes in ons gedrag, die helemaal niet vanzelfsprekend hoeven te zijn.’ Inmiddels heeft ze het veiligheids- en gezondheidsbeleid gereviseerd. ‘De volgende stap is nadenken over ons pedagogisch beleid en de visie. Graag zou ik daarvoor kennis en ervaringen vanuit het werkveld ophalen. Bijvoorbeeld om pedagogisch waardevolle momenten te bespreken met elkaar, zoals een tafelmoment. Wat vinden wij daarin belangrijk, hoe is onze interactie. Laten we de kinderen alleen aan tafel zitten, laten we ze hun eigen brood smeren? Het is goed dat de pedagogisch medewerkers zelf de ruimte krijgen om mee te denken, dan gaat het beleid meer leven en handelen we er automatisch naar.’ 

De toekomst 

‘De ideale situatie over drie jaar? Eerst werk ik toe naar een bepaalde basiskwaliteit, zodat we niet van de hersteltermijn gebruik hoeven te maken op basis van de GGD-inspecties. We zijn bezig met een klanttevredenheidsonderzoek. Daar komt hopelijk veel feedback uit voort, die we mee kunnen nemen zodat we ook daadwerkelijk kunnen laten zien dat we bezig zijn met kwaliteitsverbetering. Over drie jaar hebben we wat mij betreft een goed doorlopend proces als het gaat om de kwaliteitscyclus voorbereiden, uitvoeren en evalueren. We bouwen aan inclusieve kinderopvang en inclusief onderwijs, met een mooie doorgaande lijn. Daar wil ik op een positieve, natuurlijke manier aan werken. Ik ben in ontwikkeling, mijn functie is in ontwikkeling en onze organisatie is ontwikkeling. En daarbij staan altijd onze kinderen centraal.’